aanmelden
Kawai CN 25DIGITAL PIANO
Keyboard Instruments 30-10-2014
door:

DIGITAL PIANO

 

Pianobouwer Kawai heeft het ene goede idee na het andere. De opvolger van de CN 24 is de CN 25, een knap stukje logica! OK, alle gekheid op een stokje, diegenen die de CN 24 al kennen, zullen niet verbaasd zijn de CN 25 te zien. Het is in wezen hetzelfde instrument, maar verbeterd op verschillende punten. Je kunt meteen de rest skippen en naar het einde van dit artikel gaan. Voor degenen die hem niet kennen, volgt hier een kleine rondleiding op een entry level piano, en dus een zeer aangenaam geprijsd model.



BOUW

De eerste verbetering die we zien, is meteen erg opvallend, want het gaat over het meubel zelf. Zonder dat het compleet is omgegooid, zien we hier en daar toch details die verschillen en die er door het design meer een luxe-instrument van maken. En aangezien het een instrument is dat je in de woonkamer zet, is dat toch niet te verwaarlozen. Natuurlijk speelt niet enkel het meubel een rol. Ook sommige knoppen hebben een verbeterd ontwerp. Dit zijn slechts kleine aanpassingen, maar ze dragen wel bij tot het algemene resultaat. De CN 25 is niet bedoeld om vaak verplaatst te worden. Hij weegt relatief veel: 42 kilogram. De afmetingen zijn dan weer wel standaard: 135 cm breed (88 toetsen), 40 cm diep en ongeveer 85 cm hoog. Dat is niet buiten proportie voor in de woonkamer. Er zijn vandaag tv-schermen die groter zijn. Laten we het eens over het klavier hebben. Ook daar zit een belangrijk verschil met zijn voorganger (RH3 tegenover RH2 bij de CN 24). Dit is een uiterst geavanceerd klavier met tripple sensors en contragewicht. Ik leg het even uit. Twee sensoren zijn absoluut noodzakelijk om de snelheid te detecteren en zitten dus op alle “aanslaggevoelige” klavieren. Het klavier berekent de tijd tussen de overgang van de eerste en tweede sensor en concludeert daaruit de slagkracht. Maar hier hebben we dus een derde sensor halverwege. Daardoor komen we nog dichter bij een echte piano. Het is bijvoorbeeld niet meer nodig om de key helemaal omhoog te laten gaan alvorens de volgende noot aan te slaan op dezelfde toets. Bij een zeer snel spel, bijvoorbeeld trillers, is het verschil gewoon enorm. De toetsen bij RH3 zijn ook individueel gewogen en zijn zo ontworpen dat het mechanische toetsengeluid wordt gereduceerd. Ook dit is niet beschikbaar bij RH2. Kawai heeft niet het monopolie op dit soort technologie, maar het merk is wel als eerste om hem in te bouwen in piano’s van deze prijsklasse. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Het tegengewicht van elke toets geeft ook een veel realistischere benadering van de echte mechaniek van een piano. En om al dit moois niet te bederven: de toetsen zijn niet van glad plastic, maar van imitatie-ivoor. Volgens Kawai helpt dit om transpiratie te absorberen. Ik heb natuurlijk niet lang genoeg op de CN 25 gespeeld om dat te kunnen bevestigen, maar het voelt alleszins heel aangenaam aan.
De rest van de functies is heel courant: onder het toetsenbord, links vooraan, zitten twee hoofdtelefoonaansluitingen. Een beetje verder zien we twee MIDI-poorten en een USB-poort (“to host”), en verder zitten de aansluitingen voor de pedalen. Hierop heeft Kawai overigens niet beknibbeld want er zit het beroemde Steinway-pedaal bij, de goedkope versie weliswaar, maar toch. Het sustainpedaal (de rechtse dus) biedt de mogelijkheid voor half pedal. Een mooi klein detail: onderaan de pedalen zit een schroef waarmee je het contact met de grond kan instellen. Dit voorkomt uiteraard beschadiging van het instrument bij pianisten “met een zware voet”. En lach niet, nog niet zo lang geleden heb ik een pianiste gezien die ik moest vragen om niet meer met de hiel op de grond te tikken wanneer ze het sustainpedaal indrukte. Ik moet er wel bij zeggen dat ze een formidabele versie speelde van een stuk van Stravinsky.
OK, laten we terugkeren naar onze CN 25. Aan de rechterkant van het klavier zitten de on/off-switch en de volumeregelaar. Links zitten de weinige knoppen die we ook al op de CN 24 zagen, maar die zitten nu dus in een nieuw jasje: “concert magic”, “lesson”, “play/stop”, “REC”, “metronome” en “sound select”. Niet meteen zaken om de handleiding voor boven te halen. Hoewel… Zoals wel vaker bij dit type instrumenten zijn er “verborgen” functies beschikbaar via knoppen/toetsencombinaties. Hierover hebben we het in het volgende hoofdstuk. De algeneme rondleiding gaan we beëindigen. De voeding gebeurt extern met een adapter. De versterking gebeurt via twee 12 inch speakers van 2 x 20 Watt.



MOGELIJKHEDEN

Deze Kawai beschikt over 192-stemmige polyfonie en dat is fantastisch! Je kan er de meeste duivelse klanken uit halen. Het aantal sounds is dan weer eerder beperkt: 19 in totaal, waaronder 8 zeer uiteenlopende piano’s. Voor de rest zijn er de klassiekers: twee elektrische piano’s, jazzorgel (lees: Hammond B3 simulatie), een kerkorgel, klavecimbel, vibrafoon, twee strijkers, een koor en twee synthetische geluiden die luisteren naar de namen “New Age Pad” en “Atmosphere”.
Met de CN 25 is het mogelijk om drie liedjes op te nemen, tenminste als ze samen niet groter zijn dan ongeveer 10.000 noten. Dit kun je doen met of zonder behulp van de metronoom. En hier komen we aan het verborgen deel van de ijsberg. Hier moet je toch even de handleiding voor bovenhalen. Persoonlijk hou ik niet zo van deze aanpak… Maar het zorgt wel voor belangrijke besparingen. Kawai vond wel een goede oplossing voor dat ontbreken van een display: de Vocal Assist functie. Die stelt de gebruiker is staat om makkelijker te kunnen werken zonder een schermpje. Vocal Assist spreekt je toe terwijl je de parameters selecteert. Erg handig! Een display en extra knoppen (en vele extra functies en sounds) zijn wel beschikbaar op de CN 35, maar de prijs van deze laatste ligt dan ook €300 hoger. Aan jou de keuze!
Laten we eens naar een paar van die verborgen functies kijken... Aan de ene kant kan je de gewenste sound onmiddelijk selecteren, zonder door alle voorgaande geluiden te moeten. Als je bijvoorbeeld op “sound select” en Eb1 drukt, krijg je het geluid van een jazz-orgel. We ontdekken ook een manier om dubbele sounds te krijgen (“dual”). Wanneer je op Eb2 drukt, voeg je bijvoorbeeld een strijkensemble toe. Op dezelfde manier voeg je reverb toe. Je kan zelfs heel ver gaan in het manipuleren van de standaardsounds. Ook omdat de Kawai CN 25 je controle geeft over de gevoeligheid van het klavier, maar ook over parameters zoals “voicing”, “damper noise”, enzovoort. Dit is allemaal al behoorlijk geavanceerd, maar ik betwijfel of veel gebruikers de moed hebben om, toch een beetje blind, zo diep in het instrument te duiken. Toch is deze manier van werken nodig om ook bepaalde basismogelijkheden te gebruiken. Transponeren, bijvoorbeeld. Of lessen kiezen. “Concert Magic” blijft een typische functie van Kawai. Hoe werkt het? Je drukt een toets in, gelijk welke, om naar de volgende noot van de song te gaan. Terwijl de piano wel de juiste noten speelt. Laten we eerlijk zijn, het wekt de illusie dat mensen een instrument kunnen bespelen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn. Ik hou er zelf niet zo van, maar als je het enkel als een ritme-oefening ziet, kan ik het zeker begrijpen. Maar, gelukkig zijn er nog de lessen (van Beyer, Burgmülller en Czerny) om dit te compenseren, ruimschoots! Gezien de positionering als instapmodel (bijna mid range) zullen ze zich vooral richten op beginners.


RESPONS EN SOUNDS

De samples van Kawai-piano’s zijn altijd mijn ding geweest en dat is bij de CN 25 niet anders. Ze zijn heel goed en Kawai is terecht trots op de 88 samples, één per toets. Veel fabrikanten gebruiken nog vaak dezelfde sample voor drie, vier of meer toetsen. Dat met voorspelbare gevolgen, natuurlijk. De technologie is wat mysterieus. Zo zou “harmonic imaging” de echtheid van de samples aanvullen. In ieder geval, het resultaat is wederom overtuigend: vooral de pianoklanken, die toch essentieel zijn. De meeste andere sounds zijn ook vrij goed. Alleen de strijkers en de koren… Naar mijn mening zijn ze er om het geheel wat op te leuken of om in dual mode te spelen. De concurrentie heeft ze ook, dus er is geen reden om ze niet te hebben. Even een anekdote: alle geluiden reageren op snelheid, maar bij sommige geluiden waarbij dat normaal niet gebeurt (zoals orgel, klavecimbel,…), is het eerder het timbre dan het volume dat verandert (weliswaar subtiel). Dat is wel even wennen in het begin.
Laten we de versterking eens bekijken. Twee keer 20 Watt is al behoorlijk wat voor in de woonkamer. Je hebt geen extra versterking nodig, tenzij je er het podium mee op wilt. Eén minpuntje dat ik ontdekte: rond de C1 was een kleine resonantie te horen, maar dat is misschien te wijten aan de kamer waarin de piano stond. Geen ramp, maar muggenziften is nu eenmaal mijn job. De resonantie was niet te horen in de koptelefoon. Dit is meteen de gelegenheid om nog maar eens het belang van de ruimte waarin een instrument staat te benadrukken. Aarzel niet om het instrument een beetje te verplaatsen. Weg van de muur bijvoorbeeld. We hebben meestal de neiging om het pal tegen de muur te plaatsen, maar een paar centimeter van de muur geeft al een wereld van verschil. Soms helpt het ook om achter het instrument een absorberend materiaal te plaatsen. OK, tot zover het gratis advies van oom Meet Music.

 

PRIJS

We zijn aanbeland bij de vraag die iedereen interesseert. Hoeveel kost hij? Zij die de prijs kennen van de CN 24, kunnen hem niet verwarren met die van de CN 25 want hij is namelijk… hetzelfde! €1.349 incl. BTW! Voor een instrument met deze kwaliteiten is dat natuurlijk niet veel, integendeel. Het blijft een instapmodel, maar het heeft flink wat kenmerken uit de mid range aan boord.

 

CONCLUSIE

Het is niet nodig om hier nog langer te blijven hangen. Het is duidelijk dat Kawai weet hoe het instrumenten moet bouwen. De CN 24 genoot terecht al een uitstekende reputatie. En met deze opvolger zet het bedrijf die gewoon verder!