aanmelden
Hughes & Kettner Triamp MKII
Guitar 03-03-2004
door: Tim Van Roy
Voor trouwe Meet Music-lezers zal de Triamp waarschijnlijk wel een belletje doen rinkelen. Deze versterker is al in productie sinds 1995, en we hebben hem enkele jaren geleden ook reeds voor u getest. Na een bijna 10 jaar lang onafgebroken productie, heeft Hughes & Kettner nu een nieuwe versie op de markt gebracht: de Triamp MKII. Deze versterker maakt nu deel uit van de Custom Tube Series, waar ook de Duotone- en Puretoneversterkers in thuis horen (enige tijd geleden besproken en de hemel in geprezen door Peter De Paepe). Na een onbeschaamde smeekbede aan de voeten van onze hoofddredacteur, werd mij een bespreking van de Triamp gegund. Yes!

 

ALGEMEEN

 

Concept
Het concept van de Triamp blijft ongewijzigd : je krijgt 3 verschillende en volledig onafhankelijke versterkers, elk met 2 kanalen. Zowel de voor- als eindversterking van deze drie versterkers werken uitsluitend op lampen, wat erop neer komt dat je 6 kanalen puur lampen-geluid krijgt ! De 3 versterkers leveren een volledig verschillend spectrum aan klanken, om een zo breed mogelijk pallet te bekomen.

 

Vormgeving
De vorige versie van de Triamp had een nogal stoere look : je had een grijs bedieningspaneel, waarop de zwarte knoppen stonden, en daarboven een strook plexiglas waardoor je de lampen kon zien zitten. Deze look heeft nu een serieuze revamp gekregen, volledig in de stijl van de Duotone en Puretone. Dit wil zeggen : dezelfde plexiglazen strook (met daarin het Hughes & Kettner logo) waarachter je de lampen ziet, verchroomde knoppen, en de ondertussen reeds beroemde blauwe neon-afwerking. Wanneer je de versterker aanzet lichten het H&K-logo, alle controls en de volledige omlijsting van de head in een blauw neonlicht op. Misschien zal niet iedereen dit smaken, maar voor de liefhebbers is het de hemel !

 

Handleiding
Naar goeie Hughes & Kettner gewoonte is handleiding volledig: smaakvol, bondig, zeer direct en hulpvaardig. Zoals het hoort.

 

BOUW

 

Behuizing
De kast van de head is volledig naar Duitse normen geconstrueerd: stevig als een tank. Alle hoeken zijn voorzien van extra bescherming, maar ik vraag mezelf zelfs af in hoever dit nodig is, gezien de ongelofelijk robuuste indruk die de versterker nalaat. Topkwaliteit !

 

Afwerking
De knoppen van de front zitten allemaal een eindje ingekapseld in de plexiglazen plaat, waardoor ze extra beschermd worden. De benaming van de knoppen wordt zeer duidelijk weergegeven (yep, in blauwe neon), net zoals dat gebeurt aan de achterkant van de versterker (geen blauwe neon). Het feit dat je door het plexiglas de lampen kan zien zitten is voor elke lampenliefhebber een zalig beeld. De details van de versterker zijn ook zeer netjes afgewerkt (geen scherpe randjes, geen scheef geplaatste knoppen, etc…), niettegenstaande je bij zoveel uiterlijk vertoon dergelijke details wellicht al snel uit het oog zou verliezen.

 

MOGELIJKHEDEN

 

Aansluitingen
Vooraan de versterker is er enkel het hoogst nodige voorzien : de jack-input. Alle andere aansluiting zitten achteraan. Van links naar rechts krijgen we de ‘Speaker'-connecties, in 4, 8 en 16 Ohm, gevolgd door de ‘Red Box DI Out'. Deze Red Box is een DI van H&K, voorzien van een speakersimulator. Dan komen we aan bij het FX-loop gedeelte : nieuw bij de Triamp is dat je je FX loop kunt schakelen tussen serial en parallel. Het mix-niveau van je effecten kan je bijstellen via de wet/dry-knop, terwijl je het send-volume kan verminderen met 10 db via een speciaal hiervoor voorziene schakelaar. Het laatste gedeelte van de FX-loop is natuurlijk de send- en return-jackaansluitingen. Je kan de volledige 6 kanalen én de FX-loop schakelen via de meegeleverde stageboard. Ook deze heeft zijn aansluiting achteraan de versterker. We ronden af met een preamp in en out aansluiting (voor een volumepedaal), de half power-switch (om je output te verminderen van 100 naar 50 Watt) en de stroomstekker.

 

Toepasbaarheid
Alle functies en mogelijkheden van dit toestel zijn zeer, zeer doordacht. Ik schrok van het aantal functies, maar er was geen enkele bij waarvan ik dacht ‘Waarom zou dit er nou toch bijsteken?'. Integendeel zelfs, sommige van de meegeleverde functies deden me nog eens goed nadenken over wat nu de beste manier zou zijn om je uitrusting aan te sluiten. De Half Power-switch is een geschenk uit de hemel, want (en lampenfreaks zullen dit beamen), probeer een 100 Watt lampenversterker maar eens stil te houden…

 

Effecten
Er zijn geen tradionele effecten te vinden op de Triamp, zelfs geen reverb. De uitbgebreide functies van de FX-loop doen dan ook vermoeden dat men bij H&K er vanuit gaat dat je met een lading extra pedalen of rack-apparatuur zal gaan werken. Het enige wat je een effect zou kunnen noemen is de Tight-switch voor AMP1. Dit is een soort low shelf-EQ, die hinderlijke lage frequencies afsnijdt. Deze komen vooral voor bij cleane klanken die door een 4x12 speakerkast worden gestuurd.

 

Midi
Standaard is er geen midi voorzien op de Triamp, maar met de professionele studio- en livemuzikant in gedachten is er wel een upgrade voorzien. Achteraan de versterker zie je namelijk een plaatje zitten. Als je dit plaatje weghaalt komt er een holte open voor de MSM-1 Midi Module. Met deze midi-module kan je via je FX-units of andere midi-apparatuur, de 6 kanalen van de Triamp selecteren (m.a.w. de midi-functies nemen dan de taak van je floorboard over).

 

ERGONOMIE

 

Architectuur
De lay-out van het frontpaneel is zo simpel als maar kan. Alles staat namelijk op één rechte lijn. We beginnen met Amp1, over Amp2 naar Amp3, en we eindigen met de Master Volume- en Presence-knoppen. Elke versterker beschikt over identieke controls : een EQ (telkens met bas-, mid-, en hoog-regeling), een volumerelegaar en twee gain-knoppen (voor elk kanaal 1). Onderaan, in een tweede rij, kunnen we een aantal drukknoppen bedienen om de verschillende versterkers en kanalen te selecteren. Deze knoppen ga je in een live situatie waarschijnlijk niet gebruiken, gewoon omdat het veel makkelijker is via de floorboard te werken. Deze is even simpel van layout : van links naar rechts liggen Amp 1, 2 en 3 onder je voeten, met telkens de twee kanalen netjes naast elkaar. Als laatste is ook de FX-loop via de floorboard schakelbaar.

 

Bediening
Zoals je uit de architectuur kan opmaken zal dit niet de moeilijkste versterker zijn om te gebruiken : je selecteert versterker per versterker, kanaal per kanaal, en je vormt elke keer je klank via de EQ-knoppen. Net zoals je dit zou doen op eender welke andere lampen- of transistorversterker. Er is slechts 1 uitzondering op deze regel : de volumeregelaar van Amp1 werkt niet zoals op de andere versterkers. Het is de bedoeling dat je de gain voor kanaal 1 instelt, en vervolgens de gain voor kanaal 2. Daarna moet je met de volumeregeling het volume van kanaal 2 aanpassen ten opzichte van dat van kanaal 1. De volumeknop heeft dus enkel invloed op kanaal 2. Dit is meer in de trend van oude lampenversterkers die geen volumeknop bezaten. Het is een beetje vreemd om deze werkwijze alleen maar op kanaal 1 toe te passen, maar hinderlijk was het niet. De cleane headroom van kanaal 1 is zo groot, dat je zonder problemen een hoog volume kunt halen, en zodoende in balans kunt blijven met de rest van de kanalen.

 

KLANKKWALITEIT

 

Klank
Hier draait het hem natuurlijk allemaal om: is de klank van hetzelfde niveau als alle voorgaande delen ? Ik kan zeer kort zijn: ja, en nog veel beter dan dat. De verschillende versterkers doen perfect hun job: ze leveren volledig verschillende klankbeelden af. Amp1 is vooral gericht op het cleane werk, en levert dan ook galsheldere klanken af aan ongelooflijke volumes. Het tweede kanaal is net ietsje vuiler, met een zeer lichte vervorming in het tophoog, maar is nog steeds tot de cleane klanken te rekenen. Amp2 gaat de iets ruigere toer op. In de handleiding noemt men hem de Classic British Drive, en die naam verklaart perfect het gekozen klankbeeld. Kanaal 2 is meer van hetzelfde, maar met een extra randje aan de klank dat doet denken aan power amp distortion. Amp3, de Modern Gain-versterker, is het gain-reservoir van de versterker. Het eerste kanaal is gebaseerd op het overdrive kanaal van de Duotone, terwijl kanaal 2 gericht is op de moderne Nu-metal gitarist die ook in de laagte definitie nodig heeft. De klank is op alle vlakken van een zeldzaam hoge kwaliteit, en verklaart ook meteen waarom de gitaristen van o.a. Tina Turner en Jamiroquai met dit model de baan op gaan. Deze versterker kan een zeer breed klankenpallet aan, terwijl hij toch gebaseerd is op een all-tube constructie.

 

Misschien ook nog even een snel woordje over de bijhorende speakerkast. De Hughes & Kettner speakerkasten zijn minstens even stevig als hun versterkers zelf. Voor deze test kreeg ik de CC412 WA ter beschikking, een speakerkast met 4x12 inch ‘slanted' (ofte gekantelde) Celestion speakers. Qua styling vult dit cabinet de Triamp perfect aan, en qua klank is dit niet anders. Nochtans is het verre van evident om een speakerkast te ontwikkelen die een sprakelend cleane klank kan leveren, en tegelijk toch genoeg ‘ballen' aan een distortionklank kan breien. Dus ook hier kunnen we spreken van een zeer hoge kwaliteit. Bij deze speakerkast wordt, net als bij de Triamp zelf, een beschermende hoes geleverd.

 

Effecten
Zoals reeds gezegd zijn effecten hier niet aanwezig.

 

BUDGET

 

En nu krijgen we het zware gedeelte : deTriamp kost zo'n 2575, Euro (bruto adviesprijs), inclusief stageboard en hoes. De speakerkast CC412 WA, die zoals gezegd uitstekend samenwerkt met de Triamp, doet daar nog eens 1165,- Euro bij. Je krijgt voor die prijs wel een 280 Watt speakerkast, geladen met Celestionspeakers. Voor kwaliteit in deze orde van grootte dien je dus flink wat te betalen, maar in dit geval skoort de kwaliteit echt wel hoog op àlle vlakken. Andere merken laten dikwijls steken vallen op het vlak van de betrouwbaarheid of, wat meer voorkomt, de kwaliteit van de constructie. Daar is hier geen sprake van. Hughes & Kettner heeft de naam zeer solide apparaten te leveren, en dat is hier niet anders. De layout van de head is zeer eenvoudig, maar tegelijk zeer doeltreffend. De mogelijkheden zijn bijna ongekend voor een lampenversterker, maar met de invasie van de digitale versterker zijn we de laatste tijd natuurlijk wel veel meer gewend. Maar hét punt waartegen al het andere dient afgewogen te worden is uiteraard de klank… en die is in dit geval van absolute topkwaliteit. Net als de rest van deze versterker.

 

BESLUIT

 

Voor de professionele gitarist is deze versterker een zeer sterke concurrent op het gebied van lampenversterkers. Ik verwacht dat vooral rockgitaristen zich zullen laten verleiden door de klanken en het zeer grote vermogen. Toch is de Triamp zeker geen ‘one-trick pony'. De klanken zijn toepasbaar in zowat elk vakgebied, hoewel ik me kan voorstellen dat jazzgitaristen niet meteen met dit beest op een podium zullen kruipen. De styling, en dan vooral het blauwe neon, is misschien niet voor iedereen even aantrekkelijk (hoewel anderen, waaronder ondergetekende, ervoor vallen), maar dat is dan ook het enige dat ik kan aanmerken aan dit apparaat. Klanken, bouw, toepasbaarheid, … Alles is van topkwaliteit. Wow !

 

PRO & CONTRA