aanmelden
Godin Flat Five X
Guitar 03-02-2004
door: Tim Van Roy
Wat veelzijdigheid betreft heeft Godin al een en ander bewezen. Denk maar eens aan de LGX-SA, een gitaar die een kwaliteitsinstrument combineert met moderne technologie, en zo maar liefst drie gitaren tegelijk is: een gewone gitaar (pickups naar jackoutput), een akkoestische gitaar (piezo naar jackoutput), en een gitaarsynthesizer (Hexafonische pickup naar synth-uitgang). Deze moderne en eigenwijze manier van denken typeert Godin. In al z'n reeksen en productielijnen blijkt dat deze gitaarfabrikant liever innoveert dan imiteert, zonder daarbij af te stappen van hun bijna religieuze liefde voor kwaliteitsvolle houtsoorten. Alleen daarom al verdienen ze al onze aandacht. Voor deze editie kregen wij echter een traditionelere hollowbody, de Flat Five X, in handen... Een traditionele gitaar? Misschien ook niet... Schijn kan bedriegen, zeker bij Godin.

 

BOUW

 

Deze gitaar is zonder meer een lust voor het oog. Godin heeft altijd al een sterk identiteitsgevoel gehad, en dat blijkt vooral uit de styling van de body's. Er is werkelijk geen enkele gitaar die eruit ziet als een Godin-gitaar. Deze mensen doen duidelijk hun best om gitaristen iets anders te geven dan de gedoodverfde stratocaster- en telecasterkopiën. De ‘bookmatched' flamed maple top heeft een uitzonderlijk mooie tekening, en de blauw-groene kleur maakt deze alleen maar dieper. Dit is zeker geen klein bier, vooral omdat de oppervlakte van de top zeker niet te onderschatten valt. De grote klankkast draagt absoluut bij tot de klank, maar er moet dan ook navenant meer oppervlakte bedekt worden. Nergens is er echter enig spoor te bekennen van een ‘storing' in de tekening. Dit is gewoon schitterend. Elke gitaarliefhebber zal hierbij wegsmelten.
Bovenop deze top zit alle hardware netjes gemonteerd. Als ‘finishing touch' zijn er zeer smaakvolle bindings aangebracht aan de zijkant van de top, en deze bindings vertonen dezelfde tekening als de top. Een zalig zicht! Het ‘jazzy' karakter van de gitaar wordt bevestigd door de twee f-gaten. Tot slot heeft Godin iets boven de hals smaakvol een klein logo geplaatst. De achterkant van de body is gelakt in een doorschijnend donkerblauw (vreemd genoeg niet dezelfde kleur van de top). Het enige ‘gaatje' in de achterkant dient om te snaren in te brengen in de tremolo.
De stemkop van de gitaar, die al even typisch ‘Godin' is als de body, is ook bedekt met een laagje flamed maple, en afgewerkt in dezelfde kleur als de body. Dit draagt (weeral) bij tot de klassevolle uitstraling van het instrument. Wat wel opvalt is dat de hals van de gitaar uit 1 stuk bestaat, maar dat de stemkop uit 2 op elkaar gelijmde delen bestaat. Zowel de achterkant van de stemkop, als de hals zijn zeer ‘naturel' van uitstraling, wat overigens geldt voor de meeste Godin gitaren. Een zeer dunne laag lak beschermt de hals tegen invloeden van buitenaf, zonder hem echt de hals op te zadelen met teveel extra ballast (een hals resoneert ook, dat wist u toch?). De toets is een massieve strook rosewood, die door wat lichte kleurschakeringen ook een soort ‘tekening' vertoon. De positiemarkeringen zijn ook weer typisch Godin: op de toets zelf zijn ze zeer klein aangebracht, om zo weinig mogelijk met het hout te moeten knoeien. Aan de zijkant van de toets zijn ze dan echter weer van dezelfde grootte als we ze gewend zijn op andere instrumenten... dat is dan ook de plaats waar we ze het meeste ‘raadplegen'. De neck-to-body constructie is een klassieke bolt-on affaire (de hals zit aan de body vastgeschroefd). Men gebruikt hiervoor 4 stevige schroeven. Godin doet wel een stap richting speelcomfort door een gedeelte van de body uit te frezen om iets meer plaats aan onze rechterhand te geven (is het niet de linker hand? – verklaren) als we in de hogere registers spelen. Ook is er geen bevestiginsplaatje aanwezig aan de achterkant van de hals, waardoor een te dikke nek-hiel vermeden wordt. Klasse!

 

HARDWARE & ELECTRONICA

 

De stemmechanieken staan in een 3-per-kant ordening, en komen rechtstreeks uit de Godin-stal. Ze leveren een redelijk lichte weerstand, maar eveneens een ongelofelijk directe actie. Elke millimeter die je verdraait hoor je meteen in de stemming van de gitaar. De nut is netjes uitgeslepen, en er was nergens echt weerstand te ondervinden bij het stemmen. De brug dubbelt bij deze gitaar als extra piëzo-pickup. Elk zadeltje heeft een kleine ingebouwde ‘transducer'-pickup meegekregen die de trillingen van de snaar zal vertalen naar een akkoestisch geluid (meer info hieronder). Verder heeft zij dezelfde kenmerken als een standaard brug: de hoogte kan geregeld worden via twee schroeven (aan elke kant één), en de intonatie van de gitaar wordt geregeld via de schroefjes die aangebracht zijn achter de zadeltjes. De snaren verdwijnen, eenmaal ze over de brug zijn, in de body. Daar is een extra snarenblok voorzien, die onnodige trekkracht van de schouders van de tremolo afhaalt, en zodoende de kleine piëzo-pickups een beetje spaart.
Is deze gitaar nu even veelzijdig qua electronica als de voorgenoemde LGX-SA? Ja en neen. Neen omdat men ervoor gekozen heeft de hexafonische pickup weg te laten, zodat men geen mogelijkheid meer heeft om de gitaar-synth aan te sturen. Maar men heeft wel de combinatie behouden tussen de pickups en de piëzo! Als je de uitgangen van de gitaar bekijkt zie je niet 1 maar 3 jack-outputs! Na de eerste aanval van paniek blijkt alles redelijk simpel: de eerste output dient alleen voor het signaal van de pickups (en zal je meestal naar je versterker sturen). De derde output dient alleen voor het signaal van de piëzo (die klinkt ook redelijk door een gitaarversterker, maar nog veel beter rechtstreeks door de PA!). De middenste jack-output is ontworpen om een gemengde signaal uit te sturen, voor als je bijvoorbeeld maar 1 input op je versterker hebt, en er geen PA voorhanden is, en je toch wilt profiteren van die piëzo-klanken. Bovenop de top zijn de controls dan ook makkelijk te onderscheiden, al moet je misschien even wennen aan de verschillende functies. De pickups werken op de traditionele manier: via een volumeknop, een toonknop en een 5 standen-schakelaar om de pickupstand te kiezen. Voor de piëzo is er iets boven de hals een mini-eq voorzien. Hierop kan je zowel de hoge, midden-, als lage tonen regelen. Het vierde schuifje dient als volumecontroller. Dan resten er nog twee zaken: een mysterieuze 3 standen-schakelaar en een bijhorende draaiknop. De drie-standen schakelaar gebruikt je enkel als je de gecombineerde output gebruikt (pickups en piëzo naar 1 jack). Zet je de schakelaar in stand 1, dan heb je enkel de pickups. Schakel je naar stand 3, dan hoor je enkel de piëzo. In de middenstand zit je echter in de ‘mix-mode' -- vanaf nu niet langer alleen voor DJ's :-) -- en hoor je de twee pickup-systeem samen. En dan komt die laatste draaiknop mee in het spel. Draai je deze knop helemaal naar éen kant, dan hoor je weer slechts 1 bepaald pickupsysteem (bv. de piëzo). Draai je hem helemaal naar de andere kant, dan hoor je het andere systeem (bv. de pickups). Als je echter niet naar deze uitersten werkt (daar kun je trouwens ook de schakelaar voor gebruiken), maar met de tussenliggende waarden, dan bekom je een gemixt signaal van de pickups en de piëzo. Zeer ingenieus, makkelijk te gebruiken, en weer een aantal klanken erbij! Hoera!

 

SPEELCOMFORT

 

Bij het spelen viel onmiddelijk op dat de gitaar een beetje last had van overijverige technici, die de actie iets te laag afstelden. Enkele snaren, vooral de twee laagste, hadden binnen de eerste 5 posities last van geratel en gezoem tijdens het spelen. Opletten mensen! Voor de rest waren er zo goed als geen problemen. Nergens waren er uitstekende frets te bekennen, die bepaalde noten de keel dichtknepen. Ook de intonatie van het instrument was netjes afgesteld, hoewel je ze wel even opnieuw zal moeten bekijken als je de eerste keer snaren vervangt (tenzij je identiek dezelfde snaren gebruikt). De dikte van de hals is gemiddeld: het is zeker geen ‘high-speed'-neck zoals op een Ibanez, maar ook weer niet zo dik als op een Les Paul. Een beetje een middenmaat dus, die normaal gezien voor iedereen bespeelbaar zou moeten zijn. De frets, die van medium grootte zijn, zijn allemaal verzorgd en vlekkeloos afgewerkt. Het enige problematische punt dat sommige gitaristen misschien gaan ondervinden is de grootte van de klankkast. Als je een fanatieke solidbody-speler bent, kan het wel wat tijd vragen om je speeltechniek aan te passen. Je moet immers behoorlijk meer ‘hout' onder je (plectrum-) arm steken, waardoor je speelhouding lichtjes zal gewijzigd worden. Dit is echter allemaal een kwestie van gewenning, en eenmaal je de kwaliteit van dit instrument inziet, zal het grootste kwaad waarschijnlijk al wel geleden zijn.

 

KLANK

 

Akoestisch gezien profiteert de gitaar niet echt van z'n hollowbody-constructie. Het volume is eerder nogal beperkt, en dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met de geringe diepte van de klankkast (de ‘echte' jazzgitaren meten als snel het dubbele). Als we de gitaar echter inpluggen op een clean kanaal is er duidelijk wel wat meer warmte aanwezig dan bij een solidbody. Vooral de neck-pickup zingt in het rond, en legt een uitstekende fond als het om jazzy ‘chord comping' gaat. Als je wat rondzooit met de versterker verkrijg je ook meteen enkele bruikbare funky klanken. De gitaar is wel ietwat beperkt in het tophoge register, waardoor de cleane klanken niet echt sprankelen. Ze maakt dit echter ruimschoots goed op het gebied van warmte. Als we overschakelen naar het distortionkanaal worden we van het eerste akkoord van onze stoel geblazen. De brug-pickup jank en grolt naar al wat in de buurt komt. Powerchords, riffs, ... noem het maar op, echt zowat alles klinkt hier geweldig. En weer, zoals de rest van de gitaar, met een uitgesproken karakter. De pickups komen ook van de Godin-stal, en zullen naar alle waarschijnlijkheid specifiek op het instrument worden afgesteld. Als we switchen naar de neck-pickup bekomen we een zoete, zingende toon die toch z'n definitie weet te behouden. ‘Parissiene Walkways' van Gary Moore tot in de vroege uurtjes! Het enige punt van kritiek is dat de gitaar, omwille van de klankkast, nogal snel kan overgaan in feedback. Een goede dempingtechniek kan hier nooit kwaad!
De piëzo klinkt wat beperkt door een versterker, maar komt volledig tot leven door een PA-installatie. Gewoon rechtstreeks inpluggen op de mengtafel (daarvoor dient die 3e output, weet je nog?), overschakelen naar de piëzo-stand en spelen maar. Je zit wel met de ‘standaard' beperkingen van een piëzo, namelijk een redelijk ‘hard' middengebied. Gelukkig doet de ingebouwde eq uitstekend z'n werk. Als je echter nog niet tevreden bent met het behaalde geluid kan je nog steeds wat bijsturen op de mixer. Je zal geen ‘Grand Concert'-klanken verkrijgen, maar wel een aangename sound die perfect in de mix van een nummer past.

 

BUDGET

 

Tja, nu het moeilijke gedeelte. Zoals je waarschijnlijk al kon vermoeden uit de rest van het artikel, is dit een instrument van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Voor zo'n kwaliteit betaal je natuurlijk ook. Hoeveel? In dit geval, voor de Flat Five X, betaal je de ronde som van 2642 Euro (bruto adviesprijs, inclusief BTW). Je kan ook nog kiezen voor de Flat Five. Dit is exact hetzelfde instrument, maar dan zonder de piëzo-pickup. Die komt ietsje goedkoper uit. Maar ondanks de hoge prijs, krijgt je vast en zeker waar voor je geld. Een vlekkeloos gebouwde gitaar, de beste houtsoorten, een ingenieus en veelzijdig pickup-systeem, ... en niet te vergeten: een instrument met karakter... Precies zoals je kan van verwachten van een karaktervolle fabrikant als Godin.

 

CONCLUSIE

 

We hebben hier een prachtinstrument in handen. Zelden hebben we een dergelijk hoge score toegekend (zie de quoteringen op onze website www.meetmusic.com). Deze Flat Five slaagt erin een traditionele uitstraling te combineren met een aantal moderne en ingenieuze snufjes. Een wolf in schaapskleren, zo je wil. Het spreekt voor zich dat dit instrument niet voor iedereen is weggelegd, zowel qua budget, als qua styling en veelzijdigheid. Ben je een geboren metalhead, dan ga je wellicht beter op zoek naar iets anders. Maar als je ergens een vermoeden hebt dat deze gitaar wel eens in je speelstijl zou kunnen passen, raad ik je aan ze zeker eens grondig uit te proberen. Je zal verbaasd zijn, zowel over de klankkwaliteit als over de mogelijkheden. En dan zwijgen we nog over die schitterende look... Vooruit! Wat zit je nog te lezen? Je moest al vertrokken zijn!

 

PRO & CONTRA

 

 PRO CONTRA
  • Constructiekwaliteit
  • Gecombineerd pickupsysteem
  • Sounds!
  • Zeer doordachte aansluitingsmogelijkheden
  • Uitstraling en styling
  • Eigen karakter
  • Niet voor ieders budget
  • Iets te lage actie