aanmelden
Line 6 POD XT
Guitar 20-04-2003
door: Peter Verbraken

Line 6 weet ons steeds opnieuw te verbazen. Het begon allemaal met software onder de naam Ampfarm. Deze werd door alle studio’s over de ganse wereld gretig gebruikt, en het duurde dan ook niet lang tot ze zich realiseerden dat gitaristen nu eenmaal geen mensen zijn die een computer mee op het podium nemen. Algauw ontstond dus het idee om de software die reeds zijn deugdelijkheid bewezen had nu ook in hardware uit te brengen. De POD werd al gauw geboren en staat vooral bij de gitaristen beter bekend als het betere ampsimulatie gereedschap. Later volgden hoofdzakelijk effectsimulaties, waarbij vooral de zeer gegeerde pedalen werden nagebootst, telkens met opvallende authenticiteit. Dankzij hun innovatieve technologie slaagde Line 6 er vorig jaar zelfs in om 4 van de 10 gitaarawards in de wacht te slepen. Ook de POD Pro , een POD in een proffessionele 19” uitvoering, was een gigantisch succes. De nieuwste XT versie wil bewijzen dat het einde nog niet in zicht is, onder het motto: alles kan NOG beter. Men heeft zich vooral gebaseerd op de VETTA technologie, wat op zich alleen maar veelbelovend kan zijn. Deze totaal vernieuwde POD blijkt heel wat in zijn mars te hebben. Omdat het oude model bij reeds bekoorde, kon ik dan ook niet wachten om de XT even onder de loep te nemen.CONSTRUCTIE

/De POD zal ondertussen iedereen qua vormgeving wel bekend zijn. Ook bij de XT heeft men aan het concept weinig veranderd, het is nog steeds een niervormig rood “ding”. Wie echter goed kijkt, merkt gauw dat de XT ietsje groter is dan zijn voorganger. Dit betekent eveneens dat hij niet in het vroegere praktische hoesje past, dus diegenen die hun vorig toestel van de hand willen doen, mogen er gerust hun “oude” hoes bij verkopen. Op het ogenblik van deze test was de nieuwe opbergzak nog niet leverbaar. Dan maar het ding meenemen in de originele doos, jammer. Wat wel nog past is de handig accessoire om de XT op een statief te monteren, want men heeft er gelukkig aan gedacht om de maat hetzelfde te houden. Gewoon op de bestaande plaat op gebruikelijke manier vastvijzen dus.Wat de aansluitingen betreft is men bij het “oude” concept gebleven, namelijk een input, twee outputs, een hoofdtelefoon aansluiting (handig), MIDI in & out. Men heeft bovendien nog 1 belangrijk extraatje toegevoegd: een USB-aansluiting. Momenteel kan daar nog niet veel mee gedaan worden, maar naar de toekomst toe is dit een mooi vooruitzicht. Je zal, als de software ervoor beschikbaar is, in staat zijn om je gitaarsignaal rechtstreeks via de POD-XT naar je computer te sturen , zonder extra interface.KLANKKWALITEIT & MOGELIJKHEDEN

/ Toen het allereerste POD model aan een update 2.0 toe was, kon men zijn bestaande POD laten upgraden voor een relatief klein bedrag. Deze XT versie verschilt echter zoveel van zijn voorganger, dat een upgrade onmogelijk is, en er niets anders opzit dan maar direkt een nieuwe te kopen. Wat vooral als eerste opvalt, is dat men alle klanken nu veel gemakkelijker kan editeren, zonder dat men daarvoor extra software nodig heeft. Vroeger kreeg je gratis bij je POD een SoundDiver versie waarmee je alle parameters via je computer kon editeren. Ook al is dit nu in principe niet meer echt noodzakelijk, toch heeft Line6 beloofd om in de toekomst toch een SounDiver module uit te brengen, kwestie van het leven nog wat gemakkelijker te maken.Mooi overzichtelijk naast elkaar vinden we de draaiknoppen: output, drive, bass, middle, treble, presence, channel volume en reverb. Het verschil met zijn voorginger word nu heel duidelijk als we aan ÈÈn van deze knoppen draaien. Op het display zien we dan netjes alle instellingen net zoals bij een echte versterker. Het leuke is nu, dat als je een klank editeert, dus bijvoorbeeld de treble verandert, dat op het display de vorige waarde (vÛÛr het editeren dus) nog steeds zichtbaar is door de aanwezigjheid van een punt. Je kan dus exact alle vorige instellingen nog zien, tenminste zolang je de nieuwe klank nog niet “gesaved” hebt. Dit is een groot pluspunt, want je ziet bovendien in ÈÈn oogopslag alle klanksettings van je pre-amp. Alle parameters reageren trouwens uitermate goed en natuurgetrouw bij alle versterkersimulaties.Onderaan heb je nog de knoppen “amp models” en “effects”. Met de eerste selecteer je ÈÈn van de 32 versterkermodellen, waarbij Line6 niet alleen voor de gebruikelijke Fender, Marshall, Boogie, Soldano, Vox en andere merken gezorgd heeft, maar ook een reeks “eigen” modellen. Deze eigen Line6 versterkers gaan van een supercleane klank, tot een vette crunch, tot een een wervelende “lead” en zelfs tot het nog nooit gehoorde superoverstuurde geluid, wat men terecht de naam “insane” gegeven heeft. Ook een piezoacoustic simulatie ontbreekt niet voor onze acoustische vrienden. Deze laatste verraste me trouwens heel aangenaam vanwege het kristalheldere geluid, waardoor deze klank heel bruikbaar is, zowel voor nylon- als folkgitaren met piezo. Mijn persoonlijke voorkeuren gaan naar de “Line6 21st Century Clean”, de ’65 Blackface Fender Twin”, de Marshalls en ook de niet te vergeten Roland JC-120 Jazz Chorus. Alles hangt natuurlijk af van welke stijl je speelt, maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat iedere gitarist in gelijk welke stijl hier zijn gading zal vinden. Men heeft namelijk niet alleen de meest populaire versterkers als model gebruikt, maar ook enkele zeldzaamheden waarvan sommigen onder ons waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebben, laat staan er op gespeeld, zoals bijvoorbeeld een Gretsch 6156 of een Supro S6616.Alle simulaties reageren uiterst dynamisch, en het is dan ook een koud kunstje om de zo geliefde “sweet-spot” op te zoeken. Het is raar om te horen, dat er inderdaad zoveel verschil is tussen eenzelfde versterker die uit het jaar ’57 , ’62, ’65, ’75 of 2001 komt. Naast de 32 ampsimulaties zijn er ook nog eens 22 cabinetmodellen. Line6 heeft in het verleden reeds bewezen dat hun A.I.R. technologie (acoustically integrated recording) feilloos werkt, en ook hier is men dit concept trouw gebleven. Deze technologie is namelijk het resultaat van een intensieve research en een zorgvuldige studie van de tonale karakterisiteken welke geproduceerd worden door de ineractie tussen versterkers, klankkast, luidsprekers, microfoon en zelfs de opnameruimte tijdens het opnameproces. Om het in iets begrijpelijkere taal om te zetten: het klinkt buitengewoon goed.Met de effectknop maak je een keuze uit, hoe kan je het raden, een hele reeks beschikbare effecten, 49 in totaal, waarbij alweer de gegeerde “vitage”pedalen rijkelijk aangeboden worden evenals vele studio effecten. De technolgie die hier gebruikt word is dezelfde als van hun succesrijke DM4 Distortion Modeler, MM4 Modulation Modeler en hun DL4 Delay Modeler. Er zijn zelfs nog een paar nieuwe modellen toegevoegd, en ook enkele oude glories zoals PingPong en Stereo Delay heeft men niet vergeten. Alle effecten zijn nu volledig editeerbaar op een zeer overzichtelijke manier, waarbij het schermpje je meer dan voldoende inlichtingen geeft. De vier effecten die je via een knop op het frontpaneel kan aan- en afzetten zijn: Comp (Gate), Stomp, Mod en Delay.Het leuke van de vier effectknoppen op het frontpaneel is, dat je hiermee niet alleen je effect kan aan- of afzetten. Door middel van een dubbele klik op de respectievelijke knop verschijnen er ÈÈn of meerdere editeerpagina’s, naargelang de complexiteit en de instelmogelijkheden van het desbetreffende effect. De compressor is een simulatie van de ouwe trouwe LA-2A die in opnamestudios nog steeds een echte klassieker is. Je kan hem bovendien nog eens combineren met de goed werkende noisegate. Bij de modulatie effecten vind je uiteraard de overbekende “speed” en “depth” regelingen en een mix control. Bij de delays hoort uiteraard de “tap tempo” functie, waarbij je kan instellen of de eenheid nu een achtste, zestiende, hele , halve noot of gelijk welke gepunte waarde of triool is. Mogelijkheden te over dus.Bij de Reverb vinden een aantal “spring” simulaties, die dus de vroegere verengalm nabootst zoals men bijvoorbeeld terugvind bij de blackface Fender Twin Reverb, of Fender Deluxe Amp. Het enige wat je hier niet zal horen is het gekende “gedaver” als je op het podium staat te springen, of je versterker niet op een stabiele ondergrond staat, maar dat zal niemand erg vinden veronderstel ik. Ook aan alle groottes en variaties van rooms, halls en plates heeft men gedacht zodat ieder ook hier zijn gading zal vinden.De stompbox effecten vind ik heel indrukwekkend. Men vind er een indrukwekkende lijst waaronder de legendarische Jimmy Hendrix Fuzz Face, de Electro-Harmonix Big Muff Pi (ken je hem nog ?), voor de Stevie Ray Vaughan fans is er de Ibanez Tube Screamer. Ook de RAT hoort bij de populaire distortion effecten, en is ÈÈn van mijn voorkeuren. Verdere simulaties zijn de Tycobrahe Octavia (wie heeft daarvan al gehoord?), de Boss CS-1 compressor, de MXR compressor, de Mu-Tron III envelope follower, en zelfs een eigen dus Line6 originele Vetta compressor.Verder vind je nog een sine chorus, een flanger, opto tremolo, bias tremolo, auto pan, analoge chorus CE-1, A/DA flanger, MXR Phaser, de legendarische Uni-Vibe die in 1969 reeds door Jimi Hendrix gebruikt werd, de Leslie 145 simulatie, een Fender Vibratone (luister naar Stevie Ray Vaughan’s klassieke “Cold Shot”), een Boss DM-2 analoge echo, een Electro Harmonix Memory Man, de klassieke Maestro EP-1 uit 1963, een Roland Space Echo RE-101 enz. enz. Over deze indrukwekkende lijst kan ik heel kort zijn: niets dan lof. In geen enkel ander apparaat (tot nu toe) vind je zoveel lekker bij elkaar.Zouden er dan echt geen minpunten zijn? Na lang experimenteren, ook live zijn er toch een paar kleinigheden opgevallen. Om met het toestel handsfree te kunnen werken zoals het hoort voor een gitarist, moet je uiteraard nog een footcontroller aanschaffen, waarbij me de FBV Shortboard een goede (zoniet de beste) keuze lijkt. En het is vooral hier dat ik een paar zaken opgemerkt heb. Het is namelijk zo, dat als je een klank editeert op je POD, dat er dan links naast de klank een sterretje komt te staan, zodat je weet dat je de klank nog niet gesaved hebt. Welnu, op de footcrontroller, komt dit sterretje niet te voorschijn. Voor de rest zie je dezelfde naam en klank- en banknummer als op je POD display, maar geen sterretje. Dit vind ik wel verwarrend. Pas later viel me op, dat ik wel kon zien dat de klank geediteerd was, doordat het lampje van de desbetreffende klank af en toe pinkte, maar doordat dit zo traag knipperde was het voor mij niet altijd even duidelijk. Misschien vind je dit muggenzifterij, maar ik denk toch dat dit moet vermeld worden.Kort daarna ontdekte ik een tweede “ontgoocheling”. Als je een klank oproept, en daarna bijvoorbeeld wat modulatie, en dan nog wat extra delay toevoegd, dan is je preset dus gewijzigd, en zie je dus het sterretje op het display van je POD, of het langzaam knipperend lampje op de footcontroller. Als je daarna terug je ongewijzigde zelfde klank wil oproepen, dan ga je toch niet terug de modulatie en dalay knoppen terug uitschakelen met je voet, want dan zou je twee maal moeten op een knop trappen. Het meest logische lijkt me dus, om nogmaals op de knop van de preset te trappen, maar wat blijkt nu: dan gaat het ding plos in manuele modus. Nogmaals dezelfde knop induwen, en dan pas ben je terug bij je ongewijzigde klank, dus toch twee keer trappen. In de praktijk is dit zeer onhandig, en ik heb dan ook meermaals gevloekt omdat ik bijna moest balletdansen op mijn pedaal. Let wel: ik vind de manual mode ook een handige voorziening, maar niet op deze manier. Bij elke bestaande versterker ben je gewoon om eenvoudigweg je klankpreset opnieuw op te roepen door op zijn presezknop te duwen, maar alleen bij de POD-XT moet je dus twee maal duwen. Als je regelmatig met andere versterkers werkt is dit dus behoorlijk verwarrend. Enkel als je alleen maar met de POD zou optreden, dan word je dit natuurlijk wel gewoon. Misschien heeft Line6 hier wel een goede uitleg voor, maar toch zou ik persoonlijk dit liever andersd zien. Misschien is het wel een bug of iets waar ze gewoon nog niet bij stil gestaan hebben ? Wie weet word dit in de toekomst verholpen.Na dit kleine maar vervelende minpuntje terug naar een hele sterke kant van het toestel: de chromatische tuner, want ook die is aanwezig. Wat een verbetering tegenover de vorige POD versie! Hij werkt echt heel accuraat en je kan er dus haarfijn mee stemmen, want hij werkt niet alleen heel gevoelig, maar men heeft er ook voor gezorgd dat er heel veel onderverdelingen zijn in het display. Bij de vorige versie had je maar enkele streepjes naar beide kanten, maar nu is dit echt wel veranderd zodat je veel meer onderverdelingen hebt, en daardoor dus veel fijner kan werken. Bij gebruik van de tuner, word het signaal gemuted, zodat je dus in alle stilte kan stemmen. Voor diegenen die toch graag anderen op de zenuwen werken, en dus met geluid willen stemmen, kan je ook dit regelen, zelfs met je volumepedaal. Alle opties zijn dus aanwezig. Helaas moet je om zo fijn te kunnen stemmen wel degelijk op je POD display kijken, want op de shortboard zie je een veel grovere uitlezing, een beetje zoals bij de vorige POD. Dit is geen kritiek, want dit ligt gewoon aan de grootte van de LED’s op het pedaal, en wie wil er nu geen grote duidelijke LED’s ? Het geeft nog altijd een goede indicatie, en als je bijvoorbeeld in de studio haarfijn wil stemmen, dan kijk je toch naar je POD display.De handleiding is, zoals we van Line6 gewoon zijn heel duidelijk en overzichtelijk, soms zelfs een beetje humoristisch wat zeker geen kwaad kan. Persoonlijk heb ik de handleiding bijna niet nodig gehad omdat alles op het toestel zelf reeds overduidelijk is. Men heeft in de handleiding alle foto’s van de gesimuleerde toestellen gezet, wat een duidelijk beeld geeft van de mogelijkheden, en de nostalgie nog even doet aanwakkeren.BESLUIT

Even mijn eigen filosofische benadering in verband met ampsimulaties: ik hoor heel veel discussies over het feit dat het altijd “mossel nog vis” is, dat je het verschil toch hoort als je er een “echte” Marshall of wat dan ook naastzet, dat het altijd een compromis is, dat men nooit het echte kan vervangen enz. enz.Welnu, ik moet eerlijk toegeven, dat ik het budget niet heb om alle versterkers en effecten in zijn echte vorm aan te schaffen en bovendien ook in mijn bescheiden ruimte te stockeren, en ze allemaal ook nog perfect te onderhouden. Alles is inderdaad een compromis, en als je een bepaalde muziekstijl speelt waarbij je tevreden bent met ÈÈn bepaald (super)geluid, dan kan je inderdaad bijna niet anders dan je eigen oude Marshall, Vox of wat dan ook te blijven koesteren. Trouwens: het oog wil ook wat, en zo een oud “bakske” heeft zeker en vast zijn charmes, en daarom zou ik zo een versterker nooit wegdoen voor een POD of iets anders. Ik denk bovendien ook dat het niet het opzet is van Line6 om iedereen nu ineens aan te sporen om zijn oude spulletjes van de hand te doen, en te beweren dat de POD-XT alles kan vervangen. Mijn eigen ervaring is echter dat niet in alle studio’s de optimale factoren aanwezig zijn om een mooi gitaargeluid te maken. Ik wil hier zeker niet de goede studio’s afbreken, integendeel. Helaas worden veel huidige produkties echter met een heel klein budget in een homestudio opgenomen, waardoor alles soms te wensen overlaat. Het vergt namelijk veel deskundigheid en vakkennis van een geluidstechnicus om een goede microfoonopstelling te maken zodat een eventueel goed klinkende versterker en dito gitarist perfect op band of harde schijf kan vereeuwigd worden. Aangezien men helaas niet altijd over deze luxe kan beschikken, is de POD XT een fantastisch hulpmiddel.Ik ga nu zeker niet beweren dat het onmogelijk is om er een slecht geluid mee te maken, maar mits wat editeerwerk is iederaan in staat om een meer dan behoorlijk geluid te produceren, zonder rekening te moeten houden met ideale opnameruimtes en dergelijke. Aangezien zelfs twee dezelfde versterkers verschillend kunnen klinken (dit is trouwens bij gitaren en andere instrumenten ook zo) vind ik niet dat je alleen maar de simulatie moet proberen vergelijken met het origineel. Je moet naar mijn bescheiden mening gewoon proberen (en dat is bij dit toestel helemaal niet moeilijk) om een mooi gitaargeluid te maken. Zelfs als er tussen de 32 verschillende ampsimulaties slechts 5 bijzijn waar je een tof geluid mee kan maken, dan vind ik het project al geslaagd, want wie maakt er tijdens een optreden of zelfs in de studio gebruik van zoveel verschillende versterkers en klanken ? Aangezien praktisch alle simulaties een meer dan bruikbaar resultaat opleveren, en sommige mijn mond zelfs doen openvallen, kan ik alleen maar zwaar positief onder de indruk zijn. Zelf heb ik de XT al vele malen live gebruikt, en elke geluidtechnieker (waarvan vele echte professionals) naar een eerlijke mening gevraagd, en ze beweren allemaal stuk voor stuk dat ze verschieten van het goede geluid. Aangezien ik dan ook nog eens op een monitor speel is het voor hun een echte zegen om mee te werken, want er komt geen storend geluid meer door de dikwijls loeiharde gitaarverstrerker, wat hun job alleen maar ten goede komt. Het enige compromis voor mij, is dan het feit dat een monitor geen echte gitaarluidspreker heeft waardoor het geluid dat ikzelf hoor ietsje minder is, maar dat ligt uiteraard niet aan Line6.Men moet dus goed weten waar men het ding voor gebruikt. Het is een gemak, erg praktisch en een droom om mee te werken, maar het zal zeker niemand kunnen overtuigen om zijn eigen versterker van de hand te doen, maar zoals reeds gezegd: dat zal ook niet de bedoeling zijn. Diegenen die (zoals ikzelf) reeds een Vetta hebben, hoeven niet te treuren omdat Line6 nu ineens dezelfde technolgie in een voorversterker bouwt aan een fractie van de prijs. Er zijn nog altijd grote verschillen. Zo kan je met de Vetta twee versterkers tegelijk bespelen, elk over een verschillende luidspreker. Bovendien kan je met de Vetta drie stompboxes na elkaar zetten, terwijl de POD-XT “slechts” ÈÈn stompbox aankan. De XT lijkt me vooral het betere toestel in de opnamestudio, zeker als de USB software er aan komt, maar ook live blijft hij mij bekoren. Een echte aanrader dus.PRO & CONTRA

 

 PRO CONTRA
  • Goede klank zowel van amps als effecten
  • Bedieningsgemak & editeermogelijkheden
  • Tuner
  • Prijs/Kwaliteit
  • Nog even wachten op USB-software
  • Nog geen Sounddiver update
  • Pedaal (shortboard):
  • Opnieuw oproepen ongewijzigde sound
  • Aanwijzing gewijzigde sound.

SPECIFICATIES

 

  • 32 Legendary and Classic Amp Models
  • 22 Cab & 4 Mic models
  • 49 Stompbox and Studio Effects
  • Routing Options
  • 64 Channel Memories
  • Deep Editing
  • USB Digital I/O
  • Built-in Chromatic Tuner
  • Full MIDI Support
  • A/D Res: 24 bit
  • Analog Inputs: 1/4in TS
  • Analog Outputs: 1/4in TS L&R, headphones
  • D/A Res: 24 bit
  • Digital Inputs: N/A
  • Digital Outputs: N/A
  • Max. Delay: 1000 ms
  • MIDI I/O: In/Out
  • Notes: New interface
  • Rack Height: N/A
  • Simultaneous Effects: 9
  • Prijs: 599€