Deze gitaar stamt dus uit de 500 reeks en heeft een mahoniehals met een ebbenhouten toets. De hals zelf is matgelakt en de nerven zijn vrij grof. Ik heb zelf al mooiere stukken hout gezien maar het zal weinig uitmaken voor de klank. De ebbenhouten toets ziet er echter schitterend uit en er zijn 20 medium frets voorzien, die bijzonder goed afgewerkt zijn. Op een gitaar uit deze prijsklasse zou een prima fretjob als deze eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn, maar ik heb het weleens anders gezien. Op de zijkant van de hals zijn 5 positiemarkeringen voorzien en dit tot aan de 12e fret, wat een beetje verwonderlijk is aangezien de markeringen op de toets zelf doorlopen tot aan de 17e positie. Speelt natuurlijk weinig rol maar het viel toch direct op. De hals heeft aan de topnut een breedte van 44 mm en aan de 12 de fret is dit 54 mm. De hals is behoorlijk slank want met een diepte van 22 mm aan de eerste posittie en 23 mm aan de tiende kun je dit bezwaarlijk een boomstam noemen. Integendeel, met deze maten gaan we behoorlijk richting electrische gitaar! De halsronding is het vertrouwde C - profiel en de mensuur is 644 mm. De headstock is voorzien van 6 goudkleurige stemmechanieken, afkomstig van huize Grover. Ze doen hun werk meer dan behoorlij. De hals is aan de body geschroefd (wat je aan de buitenkant niet kan zien) zodat hij afneembaar is! Volgens Bob Taylor is dit ook één van de redenen dat zijn gitaren een heel lage aktie kunnen hebben: zij zijn zo immers makkelijker af te stellen. Er is al heel wat gediscussiëerd rond dit concept, maar er zijn nog topbouwers die dit doen, dus zou ik me er verder niet al teveel zorgen over maken.
Door ontevredenheid met de bestaande piézo-systemen kwam een zekere David Hosler op de proppen met het expressionsysteem. Hoe werkt dit nu? Jaren geleden gebruikte men voor de versterking van akoestische gitaren de zogenaamde transducersystemen. Dit waren contactelementjes die men op het bovenblad van de gitaar bevestigde en die zodoende de trillingen van het bovenblad versterkten. Nu is men precies nagegaan waar het bovenblad de beste trillingen en de beste klankeigenschappen heeft en plaatst men daar kleine contactmicrofoontjes, vandaar de naam dynamic body sensors. Deze bevinden zich dus in de klankkast. Eén micro wordt bevestigd onder de kam terwijl een tweede zich iets verder bevind onder het bovenblad. De derde micro is een dynamic string sensor en vinden we terug onder het uiteinde van de hals. Deze drie signalen worden dan in een vaste verhouding gemixt en gaan naar de voorversterker. Op dit ogenblik komt de befaamde Rupert Neve in het spel. Hij ontwikkelde een zo dynamisch mogelijke voorversterker, zonder klankverlies en met een uitgebalanceerde eq, zodat regelingen voor volume, bass en treble volstaan. Deze pre-amp wordt gevoed met twee 1,5 Volt batterijen die je heel makkelijk kunt vervangen. Ze bevinden zich namelijk aan de onderkant van de gitaar naast de straplockvoorziening. Het kleine afdekplaatje is eenvoudig los te schroeven d.m.v. een schroevendraaier of een muntstukje. Je hoeft dus geen snaren meer te ontspannen en in de klankast te duiken om bij de batterij te kunnen, zoals dit bij vele akoestische gitaren nog het geval is.
Zoals we van Taylor gewoon zijn is dit een uiterst comfortabel bespeelbare gitaar. De aktie en intonatie is uitstekend en er hoeft nauwelijks nog iets bijgesteld worden. De halsafmetingen zijn precies goed gekozen zodat het instrument direct vertrouwd aanvoelt. De perfect afgewerkte frets en de matte afwerking van de hals dragen tot dit speelcomfort bij. De respons is bijzonder goed: de klank reageert op al je fijnste speeltechnieken. De 514( X bracing) heeft een rijk en diep geluid (althans voor zo'n kleine body) en de snaarscheiding is zonder meer uitstekend te noemen. Er zit veel hoog in het geluid maar het is niet penetrant en hier profiteren ook de bassnaren van: ze krijgen zo nl. een mooie ‘ zing ‘ mee. Zittend bespeeld is dit instrument perfect in balans maar staande merk je al gauw dat ze wat aan "kopzwaarheid" lijdt. Zo voelde ik me onlangs ook na het "vieren" van mijn x-ste verjaardag. (Ja, zo oud dus!) Door de kleine body en het aangename, lichte gewicht is dit echter met een minimum aan tegengewicht van de rechterarm op te vangen, waardoor het niet zo'n groot probleem vormt, maar het valt toch op, zeker wanneer je de gitaar loslaat. Dit instrument is uitermate geschikt voor fingerpicking, want de combinatie van een ceder bovenblad met mahonie achter-en zijkanten is een beproefde combinatie voor een heel subtiele speelstijl. Door de kleine body is het niet mogelijk om een hoog volume te halen. Dus wanneer je met een plectrum speelt is het opletten geblazen dat je de gitaar niet "overspeelt". Door echter niet al te hard te strummen verkrijg je wel een uitermate gebalanceerd geluid.
Dit is absoluut een belangrijke sprong voorwaarts in de versterking van akoestische instrumenten, zo veel is zeker. Alle eigenschappen die dit instrument bezit worden door dit ingenieuze systeem probleemloos versterkt. Het overheersende gevoel is dat je met de akoestisch versterkte klank speelt en niet met een benadering van dit geluid. Zijn er dan helemaal geen klankverschillen meer? Natuurlijk wel, je geluid komt dan ook uit luidsprekers, en dat is nog steeds wat anders dan een akoestische klank. Maar je moet het werkelijk horen, je zal ongetwijfeld onmiddellijk versteld staan van de natuurlijkheid van je klank. Taylor mag trots zijn op dit nieuwe systeem en hoeft zodoende ook niet meer buitenshuis te gaan voor de versterking van zijn gitaren. Goed, prijs-kwaliteitsverhouding vraag je je af? De gitaren van dit merk zijn natuurlijk niet van de goedkoopste maar deze kwaliteit moet nu eenmaal betaald worden en met deze nieuwe troef in handen wordt het wel heel erg interessant! Naar ik begrepen heb kun je dit versterkingsysteem enkel krijgen vanaf de 500 reeks maar ik hoop dat ik me hierin verges, want het zou bijzonder jammer zijn dat we bij de goedkopere series het moeten stellen zonder dit revolutionaire systeem. Hallo concurrentie?
PRO | CONTRA |